Lieve medebewoners,
Eigenlijk leven we in een klein paradijsje al beseffen we dat vaak niet. Mijn medebewoners hebben al over dat paradijsje geschreven en dat is goed want CW is een leuke manier om samen iets voor de ander en jezelf te betekenen. Maar het kan ook soms beter, zonder er therapie van te maken, want men ontziet elkaar soms teveel en dan is CW kut. Er zijn niet zoveel mensen in CW die echt doorvragen bijv.: heb je vandaag een leuke of slechte dag gehad, hoe was het op je werk en je ziet er goed of niet zo goed uit, gevoelens worden schaars geuit vind ik. Wat is er mis mee om met je gevoel meer te doen buiten het goedenmorgen-middag of avond te zeggen.Vraag eens aan een medebewoner of hij of zij van plan is tot zijn 67e jaar bij zijn baas te blijven, wat weerhoudt hem of haar om te veranderen, allemaal toch interessant om te horen, interessanter dan de Gelderlander te lezen. Mijn medebewoners zijn zeker wel hartelijke mensen en hebben zeker gevoel, al doen ze er te weinig mee. Over ca.anderhalf jaar is onze onvolprezen Jan Willem een goede afgestudeerde docent van de Pabo, ik heb vele gesprekken met hem gevoerd over de huidige toestand van ons onderwijs in Nederland en vele volkskranten over het onderwijs zijn door zijn brievenbus geduwd. Ik mis op C.W. vaak de hartelijkheid, en als die er niet is dan kan je net zo goed buiten CW wonen. Wie durft er hardop over zichzelf te zeggen dat hij of zij gevoelig of supergevoelig is, ik durf dat nu al heeft me dat 10 jaar met valse schaamte gekost om dat te zeggen, begrijp me a.u.b. goed ik ben niet beter of slechter dan een ander. Er wonen nu medebewoners op CW waar het niet zo goed mee gaat, wie doet er iets aan, al kunnen de bewuste personen er zelf ook het nodige aan doen vanzelfsprekend. Mede dank zij CW, niet alleen natuurlijk durf ik het bovenstaande te schrijven want het is geen 30 jaar feestvieren geweest! Mijn militaire vader (beroepsmilitair) schreef op een briefje aan onze huisarts onderaan, uw dienstwillige dienaar Marinus van Dijl, vanzelfsprekend met de hoed in de hand. De onderdanigheid zweefde door de kamer. Met bovenstaand stuk reken ik daar voorgoed mee af. ANTON VAN DIJL |
Archieven
April 2022
|